Imposante bomen, woeste bergen en grizzly ’s die de zalm uit de ruige rivier vissen. Dit is het Canada dat ik al lang op mijn verlanglijstje heb staan.
We maken een roadtrip van een flink aantal kilometers. Kamperen in Provincial Parks in the middle of nowhere en proberen zoveel mogelijk wild spotten. Dit is het verhaal van onze zomervakantie in British Columbia.
We zijn al eerder in Canada geweest. Hier kun je lezen over onze trip naar de Rockies. Dit is het rondje dat de meeste mensen maken als ze naar West Canada gaan, inclusief Icefields Parkway en Vancouver Island. We hebben ook een keer de Rockies in Canada en USA gecombineerd. Hier lees je er meer over.

Route
We starten in Portland. Geen logische keuze, maar wel één van de meest goedkope keuzes. De vluchten naar Portland zijn goedkoper en belangrijker, het huren van een Suv is in Portland goedkoper. Dit scheelt ons zo een paar honderd dollar.
Vanuit Portland rijden we naar Seattle en gaan daar de grens over naar Vancouver. Vanuit Vancouver rijden we via de Sea to Sky Highway naar Wells Gray PP. Vandaaruit rijden we naar Prince George en hier begint the Northern Circle. Via Dawson Creek en Fort Nelson volgen we de Alaska Highway tot aan Watson Lake. Hiervandaan volgen we de Cassiar Highway tot aan Meziadin. We bezoeken Stewart en Hyder en rijden dan naar Terrace, middenin de Coast Mountains. Daarna terug naar Prince George en vervolgens naar het zuiden via Lilloet en Hope, om weer uit te komen bij de grens met de USA. Via Abbotsford en Seatlle terug naar Portland.
Dit rondje is iets meer dan 7000 km en rijden we in 3 !/2 week.

Accommodaties
We kamperen vooral in Provincial Parks. Op de website van British Columbia kun je alle informatie vinden over de verschillende parken, de kampeermogelijkheden maar ook de wandelingen en overige activiteiten. Veel campings zijn te reserveren, maar met name de campings in het noorden zijn first come, first serve.
Kamperen kost gemiddeld 20 dollar per nacht, met uitschieters naar boven (28) of beneden (15). Er zijn meestal weinig faciliteiten op deze campings. Stromend water (pomp), pittoilet en picknicktafel en vuurplaats bij iedere tent. Veel kampeerplaatsen zijn veel groter dan we in Europa gewend zijn en liggen mooi aan het water of middenin een bos.


Gratis kamperen kan ook, de Recreational Sites kun je vinden via de kaart op deze websiteitesandtrailsbc.ca . Deze campings hebben dezelfde faciliteiten zoals een pittoilet en picknicktafel bij iedere plek maar ze liggen vaak verder van de doorgaande weg af. Je bereikt ze via een gravelroad.
We hebben de eerste nachten en de laatste nacht in een hotel geslapen. Die zijn over het algemeen vrij duur, vergelijkbaar met Europa.
De mooiste campings tijdens deze trip:
- Leo Island – Murtle Lake – Wells Gray PP
- Joffre Upper Lake – Joffre Lakes PP
- Murtle Lagoon – Murtle Lake -Wells Gray PP
- Mac Donald – Muncho Lake PP
- Furlong Bay – Lakelse Lake PP
Hieronder volgen een aantal highlights van onze roadtrip.
Backcountry kamperen in Joffre Lakes PP
Joffre Lakes PP ligt aan de Sea to Sky Highway. Het is vanuit Vancouver makkelijk te bereiken. Je hebt een dagpas, een permit, nodig als je alleen naar de meren wilt lopen. Die kun je via de bc website regelen. Wil je, net als wij, ook blijven kamperen, dan moet je een backcountry permit hebben. Die kost je 6 dollar per persoon per nacht. Ook te regelen via dezelfde website. Ze zijn populair, met name in de weekeinde in de zomer. Maar wij gingen door de week en hebben zo’n twee weken vantevoren geboekt. De parking is vlot vol, ’s morgens. Wij zijn er al vroeg. Het is een prachtige heldere dag, de lucht is strakblauw.
Lower Joffre Lake, bereiken we in vijf minuten. Het Middle Joffre Lake is het tweede doel. We stijgen, het pad is druk en de insecten zijn behoorlijk aanwezig. We moeten ook wennen aan het wandelen met volle bepakking, dat is al weer even geleden. Dus we wandelen niet supervlot de berg op.
Tegen de middag komen we bij Middle Joffre Lake. Hier lunchen we en bekijken alle drukte. Veel mensen maken insta foto’s op een boomstam in het water. Een mooi plaatje met het blauwe meer en de gletsjers en bergen eromheen. We wandelen verder. Het wordt stilaan rustiger op het pad. We hebben uitzicht op het Middle Lake en de bergen.



Upper Joffre Lake
Het Upper Lake en de gletsjer zijn waanzinnig mooi. De camping ligt nog een eind verder, we wandelen om het meer heen. Eenmaal bij de backcountry plaats zoeken we naar een geschikt plekje. Er zijn plekken aan het water en wat hoger, tussen de stenen. Er is een pittoilet en er zijn bearcaches. Hier kun je je tas met eten aan hangen en omhoog hijsen. Erg handig. Er is geen stromend water, wel zijn er meerdere bergbeken, dus daar tappen wij water uit.
We zetten onze tent op en genieten van de mooie omgeving. Het is hier lekker rustig, ondanks dat er meerdere mensen kamperen om ons heen. Joost neemt een duik in het koude gletsjermeer. Ik koel mijn voeten af. We wandelen naar de waterval en hebben een schitterend uitzicht over de omgeving. In de avond zien we de lucht verkleuren. Het is niet koud, ondanks dat het wel helder is.
We slapen lekker. De volgende ochtend zijn we vroeg wakker en ontbijten met uitzicht op de gletsjer. We pakken ons boeltje in en wandelen terug naar beneden. Het pad is nu een stuk rustiger en we genieten enorm van de wandeling. Om een uur of tien zijn we terug bij de auto.
Kanotrip op het rustige Murtle Lake
Wells Gray Provincial Park is een popular park. Wij hebben Wells Gray ook bezocht tijdens onze eerste Canadatrip. Het is een mooi gebied, met veel wildlife.
In het oosten van Wells Gray ligt Murtle Lake. Een plek waar je heerlijk kunt kanoën omdat er geen gemotoriseerde boten op het meer mogen. Dit spreekt ons aan. Je kunt hier kano’s huren voor 65 dollar per nacht, je overnacht op backcountry plekken voor 5 dollar per nacht. In de weken voor vertrek boeken we online een kano bij Murtle Canoes en regelen de backcountry permit.
Na ons wandelavontuur in Joffre Lakes PP rijden we door naar Blue River. Hier overnachten we en de volgende ochtend rijden we naar de parking in de buurt van Murtle Lake. Dan zijn we er nog niet. Want hiervandaan moet je nog 2,5 km lopen met een karretje met je spullen. Dit lijkt niet zover en is het ook niet. Maar het is warm en er zijn veel insecten, dus daardoor zijn we blij als we aankomen bij de boat launch. Hier treffen we een hele aardige parkranger en een hele hoop kano’s.

Start van een avontuur
Hij geeft ons onze zwemvesten, peddels en natuurlijk de kano. Daarna legt hij uit dat we het beste naar het westelijke deel van Murtle Lake kunnen varen. Wij waren van plan om het noordelijke deel van het meer op te zoeken, dit zou rustiger zijn. Dat is waar zegt de ranger, maar daar zijn de afstanden van de ene backcountry kampeerplek naar de andere groter, plus er staat meer wind en stroming. Als beginners adviseert hij ons westelijke kalmere deel, hier is het makkelijker varen en kunnen we sneller van plek naar plek mocht er een kampeerplek vol zijn. Daarnaast verwacht hij dat de wind gaat draaien en dan is dit gunstiger. Klinkt logisch, dus we volgen zijn advies.
We starten op de Murtle Lagoon. Hier is het nog heerlijk rustig, weinig stroming en beschut. Het kanoën is even wennen. Ik ben niet zo’n held op het water en heb best getwijfeld of ik deze trip wilde. In het verleden wel eens omgekieperd, dat was geen fijne ervaring. Ik wil graag een positieve ervaring opdoen dus ben blij dat het wennen vrij vlot gaat. Als we Murtle Lagoon bijna uit zijn, varen we naar links. We komen in soort Biesbosch omgeving, met veel riet, vogels en smalle watertjes. Dit blijkt niet de doorgang te zijn naar Murtle Lake, maar het is er wel mooi! Terug naar de doorgang en we volgen de linkeroever. We merken direct dat er meer stroming staat en meer golfslag. We moeten nu meer ons best doen om vooruit te komen!

Tijdens een korte pauze kijken we op de kaart waar we zijn. Mmm, dat is nog niet zover. Het valt ons op hoeveel insecten er zijn als we op het strand staan. Op het water hebben we er gelukkig geen last van. We steken één van de inhammen over en komen langs Sandi Point. Een populaire plek om te kamperen. Er staan al veel tentjes, we tellen er vier. We varen verder langs de linkeroever en gaan naar het Ranger Station. De steiger ligt beschut en hier stoppen we voor de lunch. We relaxen heerlijk op de steiger.


Het paradijs… Leo Island
Na de lunch varen we verder naar Fairyslipper eiland. Dit was vroeger ook een kampeerplek, maar omdat het teveel beschadigd werd is het nu niet meer mogelijk om hier te kamperen. Het is een mooi eilandje. We besluiten door te varen naar Leo eiland en hopen dat we daar kunnen kamperen. Leo eiland is een paradijselijk plekje. Je kunt er met meerdere tenten staan, maar er is nog niemand als we aankomen. Op alle backcountry plekken is er een droogtoilet en zijn er vuurplaatsen.
We zetten onze tent op en relaxen met drinken en chips als er een volle kano aankomt, een gezin met twee kinderen. Ze onderzoeken of het eiland de plek is waar ze willen staan….Ondertussen komen er nog twee boten aan, ook met twee gezinnen én heel veel spullen. De kinderen rennen over het eiland, maar de volwassenen zijn minder enthousiast. Eén van hen besluit dat ze verder varen naar Tropicana….Daar zijn wij blij mee! Als ze weer vertrokken zijn, keert de rust snel terug. Heerlijk!
We vermaken ons prima op ons eiland. We zwemmen, we eten en maken een kampvuur. De zonsondergang is waanzinnig mooi. Iedere minuut is de lucht anders, prachtige tinten geel, oranje, roze en paars komen voorbij . De volgende ochtend is het water super strak en is de natuur nog stil. We ontbijten en genieten wederom met volle teugen van de omgeving.

We pakken onze spullen in en kanoën richting het westen om de inhammetjes daar te onderzoeken. Het is nog lekker rustig op het water en als we de inhammetjes invaren verwachten we een eland of ander wild te zien. Die zien we niet, maar wel twee prachtige kraanvogels. Ze scharrelen door het hoge riet. Even later komen we weer twee kraanvogels tegen, die opvliegen. Schitterend gezicht.
Op weg naar Murtle Lagoon
Nadat we de westkant hebben onderzocht steken we over naar de noordelijke zijde om op Bearch Beach te lunchen. Ook een leuk plekje. Er hangen hier allemaal zelfgemaakte houten lepels in de boom. We steken het meer dwars over richting het zuiden. We moeten flink ons best doen. De stroming is heftig en we kunnen eigenlijk niet verslappen. Het kost ons veel energie.
Helemaal bekaf komen we bij Murtle Lagoon aan. Hier staan op de gewone plek al veel tentjes, dus we besluiten naar de group site te gaan. Daar staan we eerst alleen, later komen er nog drie kano’s, maar die gaan aan de andere kant staan van deze enorme kampeerplek, dus hebben we geen last van. We zwemmen, we kanoën nog wat in de omgeving en we genieten van de rust.

De volgende ochtend doen we lekker rustig aan. We hoeven alleen maar Murtle Lagoon over te steken om bij de boat launch te komen. Hier leveren we de kano’s weer in. We moeten er om elf uur zijn, maar wij zijn er ruim op tijd. We pakken onze spullen en na een gezellige babbel over de kraanvogels wandelen we terug naar de auto. Een zeer geslaagde trip!
De legendarische Alaska Highway
Het was een grote wens om te Alaska Highway te volgen. Deze legendarische weg is in 1942, middenin de Tweede Wereldoorlog, in 9 maanden tijd aangelegd door militairen en burgers. De omstandigheden waren toen iets anders dan nu, er waren geen grote bulldozers of asfalteermachines…en de natuur en de weersomstandigheden waren meedogenloos. Bijzonder om deze weg vanaf mile 0 in Dawson Creek te volgen.


We starten ons rondje door het noorden iets zuidelijker. Na onze kanotrip rijden we naar Prince George. Langs de Rockies en Mount Robson. Vervolgens rijden we verder naar het noorden.De weg en de omgeving is trouwens niet aldoor spectaculair te noemen, soms zelfs enigszins saai. Langs akkers, boerderijen en langs heel veel bos. Maar toch heeft het iets bijzonders.
Na Fort Nelson wordt het landschap ruiger. De bergen hoger en de rivieren breder. Er wonen hier vrijwel geen mensen en de menselijke hand wordt schaarser. We betreden het woeste noorden. In Stone Mountain Provincial Park zetten we onze tent op. We zijn een aantal keer gestopt om van het uitzicht te genieten. De bergen zijn hier minder hoog, dan in de Rockies die we kennen bij Jasper en Banff, maar het landschap is uitgestrekt en ruig. We zien hier ook de eerste caribou en mountain goat langs de weg.

De camping in Stone Mountain ligt vrij dicht langs de weg, aan Stone Mountain Lake. Na het eten maken we een wandeling. Het is er heel rustig. In het meer zwemt een zeer actieve bever die zich goed laat fotograferen. De volgende dag rijden we verder naar Muncho Lake Provincial Park. De omgeving hier is prachtig. Het blauwe meer doet daar nog een schepje bovenop. We zetten onze tent op de tweede camping, Mac Donald. Die ligt net iets verder van de weg dan Strawberry Flats en heeft iets ruimere plaatsen. We hebben een prachtig plekje aan het water.

Hiken in de Northern Rockies
We maken twee wandelingen in het park, Stone Mountain Goat en Boulder Canyon. Er wordt niet heel veel gewandeld, wat ons enigszins verbaast. Want de omgeving is erg mooi, maar blijkbaar niet erg toegankelijk. Dat merken we ook tijdens het wandelen. We moeten onze weg zoeken door de rivierbedding. Er is geen uitgezet pad of bewegwijzering. Boulder Canyon is leuker en uitdagender! We vermaken ons in ieder geval erg goed.


In de middag rijden we naar Liard Hot Springs PP. Hier kun je voor een paar dollar genieten van de warm water bronnen. Er is een natuurlijk zwembad aangelegd, met kleedhokjes en bankjes. Het is er heel rustig en de omgeving super groen. Echt fijn om hier even te ontspannen. Het warme water komt uit een moeras dat voor bijzondere planten zorgt. Dieren worden aangetrokken door de mineralen in de bodem.


Als we vertrekken bij Liard zien we een aantal zwarte beren. Het zijn jonge mannetjes. Heerlijk om naar ze te kijken. We zien ook de eerste bizons. Wat een indrukwekkende dieren! De volgende dag zien we, als we naar het noorden rijden, twee grote groepen van 25 en 35 dieren. Dit is één van de redenen dat ik graag langs de Alaska Highway wilde rijden. Het is toch ongelooflijk dat je hier op de highway rijdt en die dieren gewoon in de berm staan te grazen!


Bear encounters langs de Cassiar Highway
In Watson Lake bezoeken we het Signpost Forest en nemen we afscheid van de Alaska Highway. We rijden via de Cassiar Highway terug naar het zuiden. Dachten we dat de Alaska Highway afgelegen en verlaten was….de Cassiar Highway is dat nog meer. Je kunt hier honderden kilometers rijden zonder iemand tegen te komen. Geen huizen, geen mensen. We rijden door grote leegte. Bijzonder.
Bij Boya Lake PP overnachten we op de camping. We maken ’s avonds een wandeling naar de Beaver Lookout, waar we verrast worden door een grote zwarte beer! Die wil graag via de, door de bevers gebouwde, dam in de rivier naar onze zijde wandelen. Maar hij schrikt twee keer terug. Dan besluit hij even verderop over te zwemmen. Wat een prachtig gezicht, een zwemmende beer! Wauw! Helemaal opgewonden wandelen we even later terug, luid klappend omdat hij wel eens in de buurt zou kunnen zitten en we hem niet opnieuw willen laten schrikken.


De volgende dag staan we aan het mooie meer van Meziadin Provincial Park en zien we onze eerste grizzly beer langs het strand van het meer lopen. Doodgemoedereerd, alsof het heel gewoon is. Wij vinden het bijzonder. We genieten van de verkoeling van het meer maar het zwemt toch wel anders.
Vissende grizzly ’s bij Fish Creek
Stewart, en dan vooral Fish Creek Observation Platform is één van de grote aanleidingen voor onze reis door het noordelijke deel van British Columbia. Hier kun je namelijk vanaf een platform naar de beren kijken die zalmen vangen in de rivier. Dat leek mij echt magisch! In de voorbereiding heb ik lang gezocht naar plekken waar dit zou kunnen. De meeste plekken zijn lastig te bereiken, je moet er bijvoorbeeld heen vliegen of varen met een private tour. Dat kost klauwen met geld. Natuurlijk is Stewart ook niet makkelijk te bereiken, maar als je dan toch die kilometers overbrugt dan kun je voor 6 dollar naar Fish Creek.


We kamperen in Stewart zelf en rijden dan naar de grens met Alaska, USA. Daar ben je in tien minuutjes. Je rijdt door het spookstadje Hyder heen en komt dan bij Fish Creek. Hier parkeer je je auto en bij de kiosk registreer je je. Je kunt hier geen kaartjes kopen, dit moet je vantevoren online doen. Wij hebben een drie dagen pas gekocht zodat we meerdere keren langs kunnen gaan.
Bij ons eerste bezoek was het erg rustig. Het was midden op de dag en zo’n 25 graden, niet de ideale omstandigheden. In de (vroege) ochtend en in de schemering ’s avonds zijn de beren actiever.
Salmon Glacier
We besluiten om eerst door te rijden naar Salmon Glacier, een andere bezienswaardigheid als je hier bent. De Salmon Glacier is de vijfde grootste gletsjer van Canada. Je kunt deze gletsjer bereiken door een 35 km lange gravelroad te volgen. De weg is hier en daar in slechte staat en loopt langs de diepe afgrond. Je doet er dus even over voordat je van het mooiste uitzicht kunt genieten. Het is Indrukwekkend hoe deze gletsjer zich een weg baant. Het is schitterend weer en dat maakt het nog mooier, het witte gletsjerijs steekt mooi af tegen de blauwe lucht.
Op de terugweg zien we verschillende adelaars die in de rivier vissen.


Vissende beren
In de avond keren we terug bij Fish Creek. Er blijkt net een beer langs gekomen te zijn, zijn we net te laat? We beginnen al een beetje te balen….maar even later verschijnt er een grizzly in de bosjes aan de overkant. Yes! De grizzly gaat op jacht om zalmen te vangen, er liggen er honderden in de beek. Maar het valt nog niet mee voor deze beer om ze te vangen. Ze zijn of te vlug of te glibberig. Uiteindelijk lukt het hem. Maar ook de pogingen zijn mooi om te zien. Het is alsof we naar een natuurfilm op National Geographic kijken! Wauw! Erg blij om hier te zijn!
Als we naar de camping terugkeren, zie ik dat veel van mijn foto’s bewogen zijn. De omstandigheden, in de schemering en met mijn nieuwe telelens zijn niet optimaal. Lastig. Toch ben ik blij dat we er zijn, want ik heb het met mijn eigen ogen gezien. Bijzonder.


Als we de volgende dag langer gaan zien we twee verschillende grizzly’s vissen. De eerste maakt leuke capriolen op een boomstam en is wat verder weg bij de lagoon. De tweede grizzly komt twee uur later en blijft een uur(!) lang vissen. Deze grizzly is overactief en laat al zijn kunsten zien. Het lukt gelukkig om dit ook vast te leggen in verschillende foto’s en filmpjes met mijn camera en telefoon.
Op onze laatste ochtend besluiten we om nog een keer naar Fish Creek te rijden en hebben we weer geluk. Weliswaar op een wat grotere afstand en vrij kort, maar we zien weer een grizzly vis vangen. Wat een mooie plek!


Stewart is trouwens een fijne plek om te verblijven. Het is een klein dorpje maar je vindt er naast de camping, een hotel, restaurant en wat winkels. De camping is vervallen, maar als je je daar overheen zet wel een goede uitvalsbasis. En wij waren blij met de warme douche!
Old Growth Forest in de Coast Mountains
Na Stewart rijden we richting Terrace. We willen nog wat meer genieten van de Coast Mountains. Een gebied waar het meestal regent en waar de temperatuur gemiddeld tussen de 15 en 20 graden ligt, in de zomer. Nu is het 25 graden of meer en vallen de mussen van het dak. Voor ons gunstig, want we genieten van het lekkere weer. Voor de natuur hier natuurlijk geen goede ontwikkeling.
Deze omgeving wordt al eeuwenlang bewoond, onder andere door verschillende stammen van First Nations. Je kunt bijvoorbeeld totempalen bekijken in Gitwanyow en een Battle Hill in Gitwangak, waar ooit de Gitwangak woonden en indringers buiten hielden door boomstammen van de heuvel af te rollen.


We overnachten op verschillende plaatsen en genieten vooral van de prachtige Old Growth Forests in dit gebied. Prachtige bossen met indrukwekkende Sitka Spruce trees van honderden jaren oud, een rijke natuurlijke omgeving. Lakelse Lake PP en Kleanza Creek PP hebben mooie campings. We zien hier minder wild dan we hadden verwacht. Het is er ook wat drukker, dus waarschijnlijk trekt het wild zich wat meer terug in de hoge bergen.


Terug naar huis
Door de Fraser River te volgen keren we terug naar het zuiden. Via Prince George rijden we naar Lilloet en Hope en dan door naar Abbotsford en vervolgens de grens over naar Olympia. Een flinke afstand die we opsplitsen zodat we iedere dag ook nog even tijd hebben om te zwemmen of wandelen.
Na 3 ½ week komen we aan in Portland. We kijken terug op een schitterende roadtrip, die prima verlopen is. Veel wild gezien, genoten van de mooie kampeer plekken en de ruige natuur.
